zaterdag 23 maart 2013

Louis, vaar wel op je plas

Is het niet raar dat Simon Carmiggelt met zijn vrouw Tiny op een bankje in De Steeg zit uit te kijken over de IJssel, terwijl Louis Couperus in zijn sterfplaats alleen terug te vinden is op het Amaliaplein? “Een tederheid van stemming en licht vervloeit langs de rivier”, staat er op dat plein in een soort van kunstwerk, en die rivier zal dan wel de IJssel zijn.

2013 wemelt van de lezingen, tentoonstellingen,uitgaven en activiteiten omdat Couperus 150 jaar geleden werd geboren. Carmiggelt zou dit jaar 100 zou zijn geworden, maar heb ik al iets vernomen van de viering van het Carmiggeltjaar? Nee toch?

Dat Simon in De Steeg toch nog meer leeft dan Louis is ook wel te begrijpen. Carmiggelt maakte in zijn Kronkels veel reclame voor De Steeg, dat voor hem en Tiny een soort tweede thuis was geworden. Couperus woonde er korter, schreef er minder over en is al veel langer dood.

Zelfs zijn huis ’t Sunneke staat er niet meer. Uitgerekend Carmiggelt vertelde over Couperus in De Steeg een anekdote die ik ken uit Querido’s literaire reisgids, maar die F.L. Bastet in zijn Couperusbiografie ook optekende. Tijdens zijn wandelingen door de naburige bossen verzamelde Couperus stenen. Daarmee legde hij in zijn tuin het woord ‘Vale’. ‘Vaarwel’, alsof hij voorvoelde dat hij niet lang meer te leven had. Toen hij stierf was hij niet veel verder gekomen dan ‘Val’.

Maar dat ‘Vale’ kwam er toch. Simon en Tiny kijken uit over de Steegse Haven, een snelweg, de IJssel en kunnen dan nog misschien net hun blik laten vallen over de plas die daar weer achter ligt. De Valeplas.