vrijdag 27 april 2012

Een ouder dogma

In Het doden van een mens schrijft Guus Kuijer over de dood op de brandstapel van Miguel Servet: hij had het gewaagd de drieëenheid van God, Jezus en de Heilige Geest in twijfel te trekken. Ook een verkeerd antwoord op de vraag of de hostie echt het lichaam van Jezus is, of slechts een symbool, was levensgevaarlijk. Dat was de zestiende eeuw. Dan de vijfde eeuw, de tijd dat de kerk deze dogma's in het leven riep. In Een nieuwer testament van Hella S. Haasse hekelt de in ongenade gevallen dichter Claudius Claudianus de barbarij van de nieuwe gelovigen: "De sekten van het christelijke geloof die elkaar op leven en dood bestrijden over de Heilige Drievuldigheid of de Transsubstantiatie en die liever een monsterverbod aangaan met de ergste heidenen dan dat zij de hand zouden reiken aan wie zij afvalligen en ketters noemen, zijn dat de navolgers van de Galileeër?"

donderdag 19 april 2012

Dat is de pest

Als God almachtig is, bestaat er geen toeval. Hij heeft in alles de hand, ook in een ramp als een pestepidemie. "Gods rechtvaardigheid is ook rechtvaardig wanneer die niet strookt met het menselijk rechtsgevoel", schrijft Guus Kuijer in Het doden van een mens.
Dus belandden na een pestepidemie mensen op de brandstapel omdat zij de woede van God over de mensheid af hadden geroepen. Kuijer: "Hierin schuilt de behoefte aan de almachtige God en de afkeer van het toeval."

dinsdag 10 april 2012

Verbanning

Ze moet geroken hebben dat ik er eigenlijk niet meer thuishoorde. De portier van Nieuwspoort sprak me ogenblikkelijk aan toen ik er binnen stapte, op de eerste dag van mijn verbanning van het Binnenhof.
"Kan ik u ergens mee helpen?"
"Ik heb een afspraak." Ik liep snel door, de sociëteit in.
Nog nooit had de deurbewaarder van Nieuwspoort me iets gevraagd, hij had de deur voor me opengedaan en me toegeknikt. Maar op de eerste dag na mijn vertrek uit de parlementaire journalistiek was meteen alles anders.

Of kwam het omdat ik haar niet kende, en zij mij eigenlijk ook niet? Toevallig de eerste dag van een nieuwe portier?

Een dag later zwierf ik toch weer door de gangen van de Tweede Kamer, toegangspasje om mijn nek. Ter hoogte van de VVD kwam ik een bode tegen. Ik kende haar niet, maar zij groette mij, met een blik waarin ik enige acherdocht meende te lezen. "Die vent loopt hier wel, maar heeft hier niets te zoeken!"

De bode had gelijk. Ook zij had het feilloos door. Dat kan geen toeval meer zijn.

zondag 1 april 2012

Tegenkomen

"Als je op je sterfbed denkt: he wat vreemd, ik ben nooit iemand tegengekomen die iemand anders kende die ik ooit heb gekend. Er heeft nooit eens iemand mijn pad gekruist van wie ik het niet had verwacht. Dat zou gek zijn."

Arjen Lubach slaagt er in zijn roman Magnus in een hele reeks toevalligheden op te dienen en de lezer er nog in mee te laten gaan ook. Maar hij bewandelt wel een smal paadje waarop diezelfde lezer hem maar ternauwernood kan volgen.
De crux van Magnus is dat de ik-persoon in Stockholm op zoek gaat naar de hem totaal onbekende man die zijn creditcard misbruikt. Hij weet hem op te sporen, met behulp van een fototoestel en, dat spreekt vanzelf, een fikse portie mazzel. Of toeval, zo je wilt.