zondag 3 mei 2015

Genot na lijden

In de Volkskrant vertelt Jan van der Liet (88) over zijn verblijf in het 'vergeten' concentratiekamp Neuengamme, in de buurt van Hamburg. Van der Liet was tegen de lamp gelopen toen hij illegale papieren bij zich had. Nadat de Duitsers het kamp hadden ontruimd, lukte het hem om zich bij een Russisch transport aan te sluiten:

"Na een dodenmars van dagen brachten Russische geallieerden hem naar een landhuis aan de Plauer See. Wat hij daar voelde, zegt hij, is niet in woorden te vangen. Een warm bad, schone kleren; een uitgeteerde Hollandse jongen in een Duits tweepersoonsbed. Hij sliep 24 uur. Het was 3 mei 1945; in de spiegel herkende hij zijn eigen gezicht niet meer."

De lotgevallen van Lex van Praag zullen Van der Liet bekend voor zijn gekomen. Onder het pseudoniem Hellema lukte het Van Praag wél heel goed om in woorden te vangen wat hij voelde in omstandigheden die sprekend lijken op wat Van der Liet overkwam, onder meer in zijn verhalenbundel Langzame dans als verzoeningsrite (1982). Dit schrijft hij over zijn hoofdpersoon, die ook Hellema heet en na de oorlog herstelt in het Bezirkskrankenhaus in Wörth an der Donau: "Als ik nog naar de spiegel greep, was het om de dood in mijn gezicht uit te lachen."

Luxe


Ook voor Hellema was er een dodenmars, na verzetswerk en een lange reeks concentratiekampen. Flossenbürg , in noordoost-Beieren, was de laatste, zo mogelijk nog meer vergeten dan Neuengamme. Ook Hellema, "een onnozele tachtig pond mens", lag uren voor pampus in bed, met ook voor hem de weelde van alledaagse zaken die na maanden van ontbering aanvoelden als de grootste luxe:

"Als ik bijkwam had ik alle begrip van plaats en tijd verloren, ja zelfs mijn identiteit kon ik enkele malen slechts met moeite achterhalen. Maar er was een sleutel: de onuitsprekelijke verrukking weer in een gewoon bed tussen schone witte lakens te liggen."