zondag 21 december 2014

Tessa snoof aan mij

Ik heb Tessa ook ontmoet, al wist ik toen nog niet dat het Tessa was. Tessa, van Marius, uit Godin, Held van Gustaaf Peek. In het begin van de roman, zo tegen het einde van haar leven, neemt ze uit wanhoop de tram, op zoek naar contact, naar aanraking. Ze stuit op een man in het gangpad.

"De man was groot en warm en gaf een geur af van slaap, het zoet dierlijke van zijn eau de toilette kon zijn ongewassen haren niet maskeren. (...) Ze wentelde haar wangen en neus in de stof van zijn kleren, de kastgeur van zijn jas, haar ogen gesloten, de duisternis en geur en wol en zijn warmte daaronder en haar handen even, nog even om hem heen."

Ik ontmoette Tessa bij de verkeerslichten, ik zal precies zeggen waar, ik ben geen schrijver, dit is echt gebeurd. Op het Wouter van Doeverenplein in Den Haag, waar de Van Alkemadelaan uitloopt op de Benoordenhoutseweg. Bij Nirwana, de eerste torenflat van Nederland. Het verkeerslicht op rood, voorbijrazende auto's, op weg naar het strand.

Ze stond ineens naast me en sprak me aan. Een klein verschrompeld vrouwtje, met een dikke jas aan. Op deze stralende zondagmiddag was ze gaan wandelen, maar nu was ze de weg kwijt. Of ik misschien wist waar het rusthuis was waar ze woonde? Dat wist ik wel, en zij natuurlijk ook.

Tessa zocht geen bejaardenhuis, ze zocht contact, aanraking en stuitte op een man die breed was en klam en die een geur afgaf van zee, het zoet dierlijke van zijn eau de toilette kon zijn druipende oksels niet maskeren. Ze draaide haar voorhoofd over de stof van zijn T-shirt, de ammoniakgeur van zijn zweet, haar ogen gesloten, het zonlicht en geur en katoen en zijn hitte daaronder en haar hoofd even, nog even tegen zijn borst.



dinsdag 16 december 2014

Dagobert Duck ontraadselt de taal

Het fascinerende van taal: wie heeft al die woorden bedacht? Ergens ver weg in de tijd, toen mensen door kregen dat je met 'uh' linksaf kon bedoelen en met 'ah' rechtsaf, doken de eerste woorden op. Toen eenmaal het wiel was uitgevonden, moest daar natuurlijk ook nog een woord bij, zodat wielrijders tegen elkaar konden zeggen: "Er zit een slag in je wiel!"

Je kunt zover teruggaan als je wilt langs de stroom van de tijd, maar de bron van de taal zul je nooit vinden. Die houdt zich verborgen in klanken die al lang zijn verwaaid in winden waarvan ook niemand meer weet.

Al haast even fascinerend: tegenwoordig is de oorsprong van woorden vaak wel te achterhalen. Dat komt natuurlijk door internet, waarop alles voor eeuwig bewaard blijft, en het nog terug te vinden is ook. Het Nederlandse woord van vorig jaar was 'selfie'. Dat woord was al meer dan tien jaar oud: in 2002 werd het voor het eerst gebruikt door een AustraliĆ«r die een foto van zijn gescheurde lip op een internetforum zette. Hij noemde het - u raadt het al -  een 'selfie'.

Dagobertducktaks


Ook van het Nederlandse woord van het jaar 2014 is eenvoudig te achterhalen waar het vandaan komt. Het is ook een veel jonger woord en het komt van veel minder ver weg: uit Woerden. Daar zit vakcentrale FNV, waar ze deze zomer de liberale jaloeziebelasting omdoopten tot Dagobertducktaks.

Met succes dus, want binnen een paar maanden lag het op iedereens lippen, met dank aan de nominatie voor woord van het jaar door Van Dale. En met dank aan al die FNV-leden, die natuurlijk massaal op hun eigen woord stemden.

Volgend jaar maar weer een woord met een raadselachtige oorsprong. U kunt vanaf vandaag inzenden.