maandag 4 augustus 2014

Ochtendkrant

“Ik zie je”, zei Joost toen hij voorgoed uit haar leven verdween. Ik zie je,  maar ze had hem nooit meer gezien en het nooit meer over hem gehad. Zeker niet met Freek, die niet veel later in haar leven was verschenen. Freek had de pest aan al haar vroegere vriendjes.
Pas jaren later dook Joost weer op, in de krant die Maria las bij haar ontbijt. Jozias Adrianus Maria Verschoten, las ze en: na een moedig gedragen ziekbed, geen bloemen.
Door haar tranen zag ze de letters in elkaar overlopen, een druppel viel uit haar neus.  Ineens stond Freek achter haar.  “Schatje, je lekt.”
Een haastige kus naast haar oor en weg was hij, nog  voor Maria kon zeggen: “Ik zie je.”
(Een roman 11-149 zoals voorgelezen in De Taalstaat van Frits Spits, 26 juli 2014)