vrijdag 1 januari 2016

Zoon fietst (niet) tegen vader op

Deze week fietste ik achter een man en een kleine jongen, vader en zoon, dat kon haast niet anders. Het jochie fietste aan de binnenkant, lekker veilig, zoals dat hoort. Bij de volgende zijstraat sloeg het zoontje rechtsaf. Richting mijn huis, dus ging ik hem achterna.

Maar het ventje aarzelde, begon te slingeren toen hij over zijn schouder naar pa keek. Die was rechtdoor gefietst.

Misverstand. Toen ik even later mijn fiets vastmaakte aan het hek voor mijn huis, kwamen de twee weer langs, druk pratend. Pa was zoon achterna gegaan.

Misverstand. Dat deed me denken aan 19 juni 1974. Die datum heb ik niet onthouden, maar even opgezocht, want wat ik me nog wel herinner: het was de avond van Nederland-Zweden, de  tweede wedstrijd van Oranje op het wereldkampioenschap in Duitsland.

Een mooie zomeravond die begon in bed, niet voor de televisie. Mijn vader had me kwaad naar boven gestuurd. Dat was nog nooit gebeurd en zou ook nooit meer gebeuren. Allemaal door een misverstand. Over de route die we moesten nemen.

Als ik toen achter mezelf had gefietst, had ik een man en een jongen gezien, vader en zoon, dat kon niet anders. Een dertiger met een jongen van een jaar of tien.

Dan had ik mezelf aan de binnenkant zien fietsen, zoals dat hoort, lekker veilig. De twee rijden over een fietspad tussen een bos en een woonwijk. Aan het eind van het fietspad ligt een kleine rotonde. Je kunt er links, en je kunt er rechts.

De jongen gaat links. Dat doet hij altijd op dat punt, op de terugweg van het zwembad naar zijn school. De man gaat rechts, dat doet hij altijd als hij naar huis fietst vanaf zijn werk. De jongen rijdt rechts van de man, maar gaat op die rotonde links. Zijn voorwiel raakt het achterwiel van zijn vader. Misverstand.

Niet erg, afgezien van de slag in het achterwiel van de man. Wel erg, want het wiel is zo misvormd dat fietsen er nauwelijks meer in zat. Nog erger: de man maakt zijn allereerste ritje op de fonkelnieuwe fiets, die hij net bij de winkel heeft opgehaald, na zijn werk.

Achter mezelf aan fietsen was er al lang niet meer bij. Hoe we naar huis gekomen zijn, weet ik niet meer. Naast elkaar, zwijgend? Ik denk dat mijn vader me vooruit heeft gestuurd, hij sleepte zijn fiets naar huis, met een achterwiel dat niet meer wilde draaien. En stuurde me na thuiskomst meteen naar bed.

Door de gordijnen scheen nog de zon, in Duitsland zaten de spelers natuurlijk al lang in de kleedkamer, misschien had De Generaal zijn manschappen al het veld opgestuurd.

Toen mijn vader een beetje was uit getreurd over zijn fiets kwam hij bij me. Ik mocht er weer uit, voetbal kijken. Het wereldkampioenschap van 1974 was het eerste voetbal dat ik echt volgde.

Nederland-Zweden dus, in Dortmund, toch nog. Wat was ik blij dat ik mocht kijken: 0-0.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten